1. Verward en verdrietig :Ophelia is diep geschokt en verward door de plotselinge gedragsverandering van Hamlet. Ze heeft moeite om zijn waanzin en de oorzaak van zijn vreemde daden te begrijpen, waardoor ze zich emotioneel gestoord en bedroefd voelt.
2. Gehoorzame dochter :Ondanks haar verwarring en verdriet blijft Ophelia een plichtsgetrouwe en gehoorzame dochter. Ze houdt zich aan de instructies van haar vader, waaronder het bespioneren van Hamlet en het vermijden van contact met hem. Haar gehoorzaamheid benadrukt haar loyaliteit aan haar familie, maar draagt ook bij aan haar emotionele last.
3. Diep verliefd :Ondanks de complicaties in hun relatie blijft Ophelia's liefde voor Hamlet diep en standvastig. Ze heeft moeite met de afwijzing en de kwetsende behandeling die ze van hem krijgt, maar haar gevoelens voor hem blijven bestaan, wat haar enorme emotionele pijn veroorzaakt.
4. Kwetsbaar en kwetsbaar :Ophelia's mentale en emotionele toestand verslechtert naarmate de daad zich ontvouwt. Ze lijkt steeds kwetsbaarder en kwetsbaarder, vatbaar voor manipulatie door de mensen om haar heen. Haar kwetsbaarheid maakt haar een gemakkelijk doelwit voor Polonius en Claudius om te gebruiken als middel om hun plannen te bevorderen.
5. Conflicterende loyaliteiten :Ophelia wordt verscheurd tussen haar liefde voor Hamlet en haar loyaliteit aan haar familie. Dit conflict zorgt voor een aanzienlijke interne strijd voor haar terwijl ze probeert om te gaan met de complexe relaties en verwachtingen die aan haar worden gesteld.
Over het algemeen benadrukt Ophelia's vertolking in Act 2 haar emotionele onrust, verwarring en kwetsbaarheid. Haar karakter toont de tragische gevolgen van het feit dat ze midden in een tumultueuze en gevaarlijke politieke en familiale situatie terechtkomt.