Je zei dat je het altijd zou beschermen. Je zei dat er geen nee is
beter thuis dan hier onder ons. Wat ga je nu doen?
ermee? Waar heb je het nog meer voor nodig?
DOAKER:
Ik zei dat ik het naar Monroe County aan de rivier zou brengen.
JONGEN WILLIE:
(Ratelend alsof hij in paniek is) Monroe County aan de rivier?
DOAKER:
Ja.
JONGEN WILLIE:
Monroe County aan de rivier. Monroe County aan de rivier. Nu
Waarom wil je naar Monroe County? Het is niets anders dan katoen
daar.
DOAKER:
(Stijgend) Katoen! (schudt heftig zijn hoofd) Katoen klaar
heeft mij verpest. Elke hectare die ik bezat, elk zaad dat ik zaaide, dat katoen werd gedaan
heeft mij verpest.
JONGEN WILLIE:
(Probeert Doaker te kalmeren) Wie heeft het verpest?
DOAKER:
De duivel! De duivel heeft het verpest. Ik heb hard gewerkt, mijn best gedaan
vingers tot op het bot, stond op voor de dag, ging na middernacht naar bed - elke keer
De beweging die ik maakte was vanwege dat katoen, maar de hele tijd de duivel
wachtte daarginds in Monroe County aan de rivier.
JONGEN WILLIE:
Hoe komt dat?
DOAKER:
(Kijkt weg alsof hij naar een verre katoenveld staart) De
wormen. Bolwormen, snijwormen, legerwormen, noem maar op. Net wanneer
Ik dacht dat ik een dollar ging verdienen als ze meekwamen. Kon nauwelijks
kies het snel genoeg. Het zat daar gewoon en rotte. Wormen zouden dat doen
laat wattenbolletjes op de grond liggen. Ik kon het niet eens voeden
de varkens. Wormen hebben het begrepen.
JONGEN WILLIE:
(Probeert te redeneren) Maar katoen...katoen heeft alles wat je kon
wil, al het geld dat je ooit zou kunnen gebruiken. Het maakt niet uit wat, ik
Ik zou altijd naar deze piano kunnen komen. Het heeft mij nooit iets opgeleverd
maar gelukkig, en – waarom speel je niet eens – je gaf de piano op
voor haar. Je gaf de piano op. Het is alles wat je had.
DOAKER:
(Alsof het tegen hemzelf was) Ik gaf het voor haar op, en toen ze wegging, ook
was weg.