1. Buck, de hoofdpersoonhond :Door het hele boek heen wordt Buck beschreven met mensachtige gedachten, emoties en motivaties. Er wordt gezegd dat hij liefde, loyaliteit, woede, angst en vreugde ervaart, net zoals een mens dat zou doen.
2. De sledehonden :Buck en de andere sledehonden worden vaak in menselijke termen beschreven. Londen schrijft daaraan gedachten en gevoelens toe, zoals kameraadschap, loyaliteit en angst voor straf.
3. Wilde dieren :Zelfs wilde dieren, zoals beren en wolven, krijgen soms mensachtige eigenschappen. Er wordt bijvoorbeeld beschreven dat een wolf een 'wolfachtige grijns' heeft, waardoor de uitdrukking ervan menselijker wordt.
4. De natuur zelf :Londen personifieert af en toe de natuur en beschrijft deze als emoties en bedoelingen. De wildernis wordt bijvoorbeeld afgeschilderd als een harde en gevoelloze kracht die de overlevingsinstincten van Buck en de andere dieren op de proef stelt.
Door antropomorfisme te gebruiken, trekt Londen de lezers dichter bij de dierlijke karakters, waardoor ze herkenbaarder en emotioneel resonanter worden. Deze techniek versterkt de thema's van het boek en stelt de auteur in staat complexe menselijke emoties en conflicten te onderzoeken via dierlijke karakters.