Wat gelooft de verteller onmiddellijk na dit gedichtgedeelte?
In dit fragment uit 'The Raven' verkeert de verteller in een staat van wanhoop en gelooft hij dat hij nooit vrij zal zijn van de kwelling van zijn herinneringen en de angstaanjagende aanwezigheid van de raaf. Het is echter belangrijk op te merken dat deze gemoedstoestand mogelijk niet gedurende het hele gedicht permanent is.