1. Ritme:
Wals:Eén, twee, drie - langzaam, snel, snel. De basiswalsstap begint met een langzame stap voorwaarts op tel 1, gevolgd door twee even stappen op tel 2 en 3. De nadruk ligt op de eerste tel van elke maat, en de stappen tussen de tellen zijn snel.
Polka:Eén, twee, hop - langzaam, snel, snel. De polka heeft een sneller tempo en een meer uitgesproken stuiter of hop. Het begint met een langzame stap op tel 1, gevolgd door een snelle stap en een sprong op tel 2, en nog een sprong op tel 3.
2. Tempo:
Wals:De wals is een langzame dans, meestal met 30 maten muziek per minuut.
Polka:De polka is een snelle dans, meestal met 60 maten muziek per minuut.
3. Stappen:
Wals:De basisstap van de wals omvat drie stappen per maat, een langzame stap voorwaarts, gevolgd door twee snelle stappen. Het ritme is langzaam-snel-snel en de voeten bewegen in een cirkelvormig patroon over de dansvloer.
Polka:De basispolkastap omvat twee sprongen per maat, voorafgegaan door een langzame stap. Het ritme is langzaam-snel-snel en de voeten bewegen heen en weer met een lichte sprong of sprong.
4. Lichaamsbeweging:
Wals:De wals wordt gekenmerkt door een soepele en glijdende beweging, waarbij de partners elkaar nauw vasthouden in een gesloten danspositie. Het bovenlichaam beweegt zachtjes op en neer in de maat van de muziek, en de dansers gaan op en neer op hun tenen.
Polka:De polka omvat meer uitgesproken bewegingen, waaronder springen, springen en draaien. De partners houden elkaar op armlengte of in een open positie vast, waardoor een grotere bewegingsvrijheid ontstaat.
5. Muziek:
Wals:Walsmuziek wordt doorgaans in 3/4 maat gespeeld, met een langzame en romantische melodie.
Polka:Polkamuziek wordt meestal in 2/4 maat gespeeld, met een snel, vrolijk ritme.
Zowel wals als polka zijn levendige en plezierige dansen die over de hele wereld populair zijn. Ze bieden verschillende ervaringen en komen tegemoet aan verschillende smaken in muziek- en dansstijlen.