De verleden tijd (pretérito) wordt gebruikt om acties of gebeurtenissen te beschrijven die in het verleden zijn gebeurd. Er zijn drie hoofdtypen verleden tijd in het Spaans:
* De onvoltooid verleden tijd (pretérito simple) wordt gebruikt om acties of gebeurtenissen te beschrijven die in het verleden op een specifiek tijdstip of op een bepaald punt hebben plaatsgevonden.
* *Voorbeeld:"Canté una canción en la fiesta." (Ik zong een liedje op het feest.)*
* De onvolmaakte verleden tijd (pretérito imperfecto) wordt gebruikt om acties of gebeurtenissen te beschrijven die in het verleden aan de gang waren of zich herhaalden.
* *Voorbeeld:"Leía un libro cuando tú llegaste." (Ik was een boek aan het lezen toen je aankwam.)*
* De preterito volmaakte tijd (pretérito perfecto) wordt gebruikt om acties of gebeurtenissen te beschrijven die in het verleden zijn voltooid, vaak in relatie tot een andere gebeurtenis.
* *Voorbeeld:"Había escrito la carta antes de que llegara." (Ik had de brief geschreven voordat ze arriveerde.)*
De tegenwoordige tijd (presente) wordt gebruikt om acties of gebeurtenissen te beschrijven die nu plaatsvinden, of die waar of relevant zijn voor het huidige moment. Er zijn twee hoofdtypen tegenwoordige tijd in het Spaans:
* De huidige indicatieve (presente de indicativo) wordt gebruikt om acties of gebeurtenissen te beschrijven die momenteel plaatsvinden of in het algemeen waar zijn.
* *Voorbeeld:"Canto en la ducha todos los días." (Ik zing elke dag onder de douche.)*
* De tegenwoordige conjunctief (presente de subjuntivo) wordt gebruikt om emoties, verlangens of hypothetische situaties uit te drukken.
* *Voorbeeld:"Ik heb genoten van de cantara's una canción para mí." (Ik zou graag willen dat je een lied voor mij zingt.)*
De toekomende tijd (futuro) wordt gebruikt om acties of gebeurtenissen te beschrijven die in de toekomst zullen plaatsvinden. Er zijn twee hoofdtypen toekomende tijd in het Spaans:
* De eenvoudige toekomende tijd (futuro simple) wordt gebruikt om acties of gebeurtenissen te beschrijven die in de toekomst op een specifiek tijdstip of op een bepaald punt zullen plaatsvinden.
* *Voorbeeld:"Cantaré una canción en la fiesta." (Ik zal een liedje zingen op het feest.)*
* De toekomstige progressieve tijd (futuro continuo) wordt gebruikt om acties of gebeurtenissen te beschrijven die in de toekomst zullen plaatsvinden.
* *Voorbeeld:"Estaré cantando una canción cuando tú llegues." (Ik zal een lied zingen als je aankomt.)*
Naast deze drie hoofdvormen kent het Spaans ook een aantal samengestelde tijden, die worden gevormd door het combineren van twee of meer eenvoudige tijden. Deze samengestelde tijden kunnen worden gebruikt om verschillende betekenissen uit te drukken, zoals de voltooid verleden tijd, de perfecte toekomst en de voorwaardelijke.