- Logica en redenering:Brutus bouwt zijn betoog op door logische redenen voor de moord op Caesar te presenteren, zoals zijn vermeende tirannieke ambities en de dreiging die hij vormde voor de republiek. Hij vraagt het publiek om de waarde van zijn argumenten te overwegen in plaats van zich te laten leiden door emotionele oproepen.
-Bewijs en bewijs:Brutus haalt concreet bewijs aan om zijn beweringen tegen Caesar te ondersteunen. Hij verwijst naar specifieke gevallen waarin Caesar arrogantie en minachting toonde voor de democratische principes van de Romeinse Republiek, zoals het afwijzen van de hem aangeboden kroon en het wegwuiven van de zorgen van de Senaat.
-Retorische vragen:Brutus gebruikt retorische vragen om het publiek uit te dagen kritisch na te denken over de gevolgen van Caesars heerschappij. Hij vraagt:'Wie is hier zo laag dat hij een slaaf zou zijn? Als die er is, spreek dan, voor hem heb ik beledigd.' Door deze vragen te stellen dwingt Brutus het publiek om hun eigen waarden onder ogen te zien en na te denken of ze bereidwillig dienstbaarheid onder een tirannieke heerser zouden accepteren.
-Een beroep doen op gedeelde waarden:Brutus doet een beroep op het gedeelde gevoel van patriottisme en liefde voor Rome van het publiek. Hij herinnert hen aan de offers die hun voorouders hebben gebracht om de republiek te behouden en waarschuwt voor de gevaren als één persoon te veel macht zou vergaren. Door het belang van het behoud van de waarden en instellingen van de republiek te benadrukken, doet Brutus een beroep op de rede en het plichtsbesef van het publiek.